Door Henk
Hielkema
FC Groningen
kreeg vrijdagavond in Utrecht met een schamel puntje (0-0) het loon van de
angst. Het leek wel alsof de spelers van trainer Danny Buijs bang waren om te
winnen. Duidelijk was dat de Trots van het Noorden tevreden was met de remise,
maar de bijna vierhonderd meegereisde supporters hadden toch liever een ploeg
gezien die knokte voor een zege.
Natuurlijk,
de degradatiezone is verlaten dankzij een puntenregen in dit jaar waarin de
Groningers beter presteren dan nagenoeg alle andere eredivisieteams, maar ze
moeten nu vechten voor het behalen van de playoffs voor een Europees ticket. Het
puntje kan daarbij helpen. Maar de wil om drie punten mee naar huis te nemen
was tegen FC Utrecht ver te zoeken.
Buijs zei
het al in de aanloop naar de wedstrijd: ‘We kijken nog niet naar boven op de
ranglijst’. De vraag is: waarom niet? Hij hoeft echt niet meer bang te zijn
voor degradatie. Er moet nu vol worden ingezet op plaatsing voor de playoffs,
waarmee de sportieve doelstelling voor dit seizoen gehaald wordt en bovendien
de fans getrakteerd worden op een aantrekkelijk toetje van de competitie.
De knop moet
om. Angst is een slechte raadgever en FC Groningen heeft na de winterstop in
principe een te goede spelersselectie om op de nul te spelen. Spits Sierhuis
werd in Utrecht de dupe van een te behoudende taktiek. Hij stond op een
eilandje en bleek ook niet in staat om de bal voorin vast te houden. Met
armgebaren accentueerde hij zijn uitzichtloze positie en in de tweede helft
verloste Buijs de jonge aanvaller uit zijn lijden door hem te wisselen.
Komende
zondag in de Euroborg tegen ADO zal FC Groningen vol op de winst moeten spelen.
Dat is de ploeg niet alleen verplicht tegenover de supporters maar ook
tegenover zichzelf. Zoals het elftal zich presenteerde bij FC Utrecht was
ronduit laf en veel te behoudend.
(Henk Hielkema is
oud-sportjournalist en volgde jarenlang sporters in het Noorden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten