Door Henk Hielkema
FC Groningen heeft aansluiting gevonden bij de subtop van de
eredivisie door een verdiende 1-0 zege op Willem II. In de Euroborg was de club
van trainer Danny Buijs vrijwel de hele wedstrijd de bovenliggende partij, maar
dat was marginaal zichtbaar in de score. Willem II, dat het vorige seizoen zo
moeilijk te kloppen was, voetbalde overigens een matige partij met veel
onnauwkeurige passes en amper gevaarlijk aanvalsspel.
Een mooie buit van drie punten voor de Groningers, die de
grootste moeite hebben om doelpunten te maken. Daar is een verklaring voor. De
jonge Strand Larsen is een typische spits die vanaf de zijkanten bediend moet
worden. Hij is namelijk geen meevoetballende speler in de combinatie maar moet
het hebben van scoringsmogelijkheden in het vijandelijke strafschopgebied.
De doelpunten die hij tot dusverre maakte, ontstonden door voorzetten
vanaf de zijkant. Maar Joosten is doorgaans geen vleugelaanvaller die de
achterlijn opzoekt en vanaf daar de bal voor het doel lepelt. Hij komt vaak
binnendoor met een individuele actie. Van hem hoeft Strand Larsen niet zo veel
te verwachten.
Ook tegen Willem II kwam de 19-jarige spits weinig in
kansrijke positie. De meeste ballen die hij kreeg, kwamen vanaf het middenveld.
Daar kan hij niet zo veel mee omdat hij de technische bagage om de bal vast te
houden ontbeert. Strand Larsen als ‘kapstok’ kun je dus wel vergeten. Zijn
potentie is gebaat met voorzetten vanaf de vleugels en die waren zondagmiddag zelden
te zien.
Voor de winst op Willem II was een schot van middenvelder Messaoudi
nodig. Op zichzelf is daar niets mis mee, maar om het scorend vermogen wat te verhogen zou Buijs moeten overwegen om op
de vleugels ouderwetse voetballers te posteren die in staat zijn om de
achterlijn op te zoeken in plaats van binnendoor te gaan dribbelen. Maar
ondertussen staat FC Groningen stevig in het linker rijtje. En dat is meer dan
menigeen had verwacht.
(Henk Hielkema is oud-journalist van het Dagblad van
het Noorden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten