Door Henk Hielkema
FC Groningen kreeg in het laatste competitieduel van 2020
het loon van de angst. Tegen Heracles werd zo verdedigend gevoetbald dat die tactiek
absoluut niet paste bij de nummer zes van de eredivisie tegen de wisselvallige
ploeg uit Almelo. De afstraffing kwam in de tweede helft (0-1) waarna er te weinig
tijd meer was om orde op zaken te stellen.
Lange tijd hielden de ploegen elkaar in evenwicht. In de
Euroborg ontvouwde zich een draak van een wedstrijd. Heracles wilde niet
aanvallen en FC Groningen liet zijn spits Strand Larsen op een eilandje ploeteren.
‘Niet verliezen’ was kennelijk het credo van trainer Danny Buijs die aanvallend
niets anders kon bedenken dan lange ballen vanuit de verdediging in de richting van de jonge Noor die moest opboksen tegen een numerieke meerderheid.
Natuurlijk, de Trots van het Noorden gaat met 26 punten nog
altijd in de subtop de korte winterstop in, maar het had natuurlijk allemaal
nog mooier kunnen zijn. Tot de winnende treffer van Heracles bleven beide teams
zich concentreren op het verdedigende werk. Het was maar goed dat publiek door
de coronacrisis verboden was, want als thuisspelende ploeg mocht FC Groningen
zich schamen.
Buijs leek vanaf het begin tevreden met een puntje en dat
pakte verkeerd uit. Het combinatiespel deed hij in de ban en met ‘lange halen,
snel thuis’ werden er weinig kansen gecreeerd. Een 0-0 zou een terechte uitslag
zijn geweest, maar de gasten uit het Oosten hadden met een uitstekende aanval
genoeg om de volle buit mee naar huis te nemen.
Zoals gezegd kan FC Groningen ondanks deze nederlaag
tevreden terugkijken op de eerste helft van het seizoen. Na de winterstop kan
het nog alle kanten opgaan. De meeste zeges behaalden de Groningers met een
minimaal verschil in de score. Maar ze zouden de supporters behoorlijk
teleurstellen als ze het volgende jaar terugzakken naar de grijze middenmoot.
(Henk Hielkema is oud-journalist van het Dagblad van
het Noorden)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten