Door Henk Hielkema
FC Groningen heeft het seizoen afgesloten met een
clubrecord: zeven verliespartijen achter elkaar. Zondagmiddag was SC Cambuur
met 3-2 te sterk voor de Groningers. Trainer Danny Buijs heeft met dat record
een afscheid gekregen dat hij niet verdient. De hamvraag is natuurlijk hoe het
dramatische einde van de competitie heeft kunnen gebeuren en vooral: wie is
daar het meest schuldig aan? Het antwoord: de clubleiding van FC Groningen.
Lees hieronder de analyse.
Ze zeggen wel eens dat gedoe, geruzie en gerommel in de top
van een bedrijf uiteindelijk doordringt tot op de werkvloer. En dat is met
profclubs niet anders. Algemeen directeur Wouter Gudde en technisch directeur
Mark-Jan Fledderus hebben er een potje van gemaakt en zij zijn de
hoofdschuldigen voor het miserabele voetbal van de laatste maanden.
Een half jaar geleden werd bekend dat de verhouding tussen Buijs
en Fledderus verre van optimaal was. Sterker nog, beide mannen vertelden
eerlijk dat ze geen twee-eenheid vormden. Op zichzelf is dat fnuikend voor een
goede samenwerking. De laatste weken werd er zelfs niet meer gegroet tussen de
functionarissen die onder normale omstandigheden elkaar moeten versterken in
plaats van elkaar verzwakken.
Een technisch directeur behoort het werk van de oefenmeester
te faciliteren. Hij moet zorgen voor optimale werkomstandigheden voor trainer
en spelers. Maar daarnaast heeft hij ook een corrigerende rol. Zeker als de
trainer zijn debuut maakt in het profvoetbal. Het begon allemaal met een
misplaatste grap van Buijs die over de doorgaans gepensioneerde fans bij de
trainingen zei dat deze mensen beter een andere dagbesteding konden zoeken. Hij
had er alleen maar last van. Op dat moment had Gudde de trainer ferm tot de orde
moeten roepen. Dat gebeurde niet.
Fledderus en Gudde leiden de club zonder warmte. FC
Groningen is geen grote familie maar een organisatie waarin de grens van een
angstcultuur akelig dicht wordt benaderd. Ook de verhouding tussen Buijs en de
werkers in het topzorgcentrum op Corpus den Hoorn was verre van optimaal. Van
wederzijds respect zou amper sprake zijn en ook daar heerste kilte in plaats
van warmte.
De kilheid en hardheid waarop clubiconen als Paul Matthijs
en teammanager Edwin Bolt aan de kant werden gezet – Matthijs zelfs op staande
voet – getuigt allerminst van mensenmanagement. Bolt vroeg een weekje vakantie
in de transferperiode en dat werd hem ronduit geweigerd. Deze manier van leidinggeven
schreeuwt om ruzie en gedoe. En zoals gezegd, uiteindelijk daalt het gerommel
in de top neer in de spelersgroep.
In de spelersselectie rommelde het ook de laatste maanden.
Niet alleen onderling maar ook in de richting van Buijs die zijn uiterste best
moest doen om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Dat het zover is
gekomen – met het negatieve clubrecord als klap op de vuurpijl – is niet alleen
het gevolg van een vertrekkende trainer die de boel de boel laat. Nee, Buijs
heeft tot op het laatst zijn best gedaan maar hij werd al maanden niet meer
gesteund door de clubleiding. De hoofdschuldigen van het echec van de laatste
tijd zijn Gudde en Fledderus. Zij zijn er niet in geslaagd om de club op een
goede en warme manier te leiden.
(Henk Hielkema is oud-journalist van het Dagblad van
het Noorden)