vrijdag 30 september 2016

Hans Nijland: voetbaldirecteur met een on-Gronings trekje




Door Mistersnooker

Hans Nijland, directeur van FC Groningen, is de langst zittende clubleider van de eredivisie. De voormalige eigenaar van Ad Rem, een uitgeverij die zich bezighield met het maken van presentatiegidsen van voetbalclubs, is sinds 1996 verbonden aan de Trots van het Noorden. Hij verkocht toen zijn bedrijf en werd eerst commercieel manager en later algemeen directeur.

Door critici werd hij in het begin een ‘omhoog gevallen advertentieverkoper’ genoemd. Dat kon volgens hen nooit wat worden in het profvoetbal. Inmiddels heeft Nijland een goede reputatie als voetbaldirecteur. Hij combineert zijn passie voor de sport met een zakelijk inzicht, kan binnenskamers hard zijn en bezit een Groningse nuchterheid die de supporters wel kunnen waarderen.

Hij brengt de club niet in gevaar door financieel risicovolle aankopen en stelt zich op het standpunt dat je niet meer kunt uitgeven dan je binnenkrijgt. Toch vertoont Nijland een vreemd on-Gronings trekje. Hij is de laatste jaren in zichzelf gaan geloven en door gebrek aan kritische journalisten heeft hij zichzelf en de club overschat door onhaalbare doelstellingen te formuleren.

Enkele jaren geleden stelde de directeur tijdens een sponsorbijeenkomst vast dat FC Groningen op middellange termijn zich structureel in de subtop van de eredivisie moest nestelen. Hij ging nog een stapje verder door te oreren dat een landskampioenschap incidenteel tot de mogelijkheden behoorde. Op dat moment ging het de club voor de wind en miste Nijland realiteitszin. Later gaf hij zijn fout toe.

Onlangs liet Nijland weten dat hij naast de directeursbaan nog een ambitie heeft: burgemeester van Ameland. Ik weet niet of hij daarmee de weg aan het vrijmaken is voor zijn toekomstige opvolger Arjen Robben, maar opvallend is die wens wel. We hebben hem nooit kunnen betrappen op politieke ambities en het ambieren van het burgemeesterschap van het waddeneiland zou wel eens kunnen duiden op dezelfde hoogmoed als destijds tijdens de sponsorbijeenkomst.

Neemt natuurlijk niet weg dat Nijland zijn voetbalzaakjes prima voor elkaar heeft en dat hij de professionele organisatie bij FC Groningen uitstekend heeft ingevuld. Wijlen voorzitter Renze de Vries deed het op zijn manier – achterop een sigarendoosje – maar die tijd is in het moderne profvoetbal definitief verleden tijd.


(Elke maandag- en vrijdagmiddag een opinierend verhaal over FC Groningen om precies 18 uur)      

maandag 26 september 2016

FC Groningen worstelt met de taktiek



Door Mistersnooker

FC Groningen worstelt met de taktiek. Dat bleek zaterdagavond in de Euroborg waar tegenstander Heracles iets blijer was met de 0-0 dan de thuisploeg. De Trots van het Noorden wacht nog steeds op de eerste thuiszege. Na de succesvolle countertaktiek in Utrecht wist trainer Ernest Faber niet precies hoe zijn elftal thuis de Almeloers moest bestrijden.

In eigen huis moet je als profploeg eigenlijk voor de volle winst gaan. Dat wilde Faber ook wel, maar de manier waarop werd door de eigen fans niet in dank afgenomen. Werd de verrassende zege in Utrecht nog luid bejubeld, in de Euroborg reageerden de supporters ontevreden over de remise en de wijze van spelen. Het lijkt erop dat een countertaktiek in de Groene Kathedraal geen kans van slagen heeft.

Counter is trouwens een groot woord voor de taktiek die FC Groningen liet zien. Het elftal was best bereid om met veel spelers in de aanval te gaan. Daar lag het niet aan. Maar bij balverlies zakte de ploeg in op de eigen helft en mocht Heracles iets bedenken. Compact spelen heet dat en daarmee geef je de tegenstander weinig ruimte om gevaarlijk te worden.

De taktiek slaagde in Utrecht en ook in Eindhoven bij PSV, maar wat moet je ermee in de Euroborg? Dat is de hamvraag waar de technische staf van de groen-witten zich over mogen buigen. In uitwedstrijden is een behoudende taktiek logisch en aanvaardbaar, maar op eigen gras lijkt het wel een verboden speelwijze. Misschien moeten de supporters er even aan wennen. En laten we eerlijk zijn, als de volle buit was gepakt, zou niemand klagen over de gehanteerde taktische uitgangspunten.

In elk geval mogen de spelers van Faber in de eerstvolgende uitwedstrijd tegen Vitesse zonder enige gene vanuit een gesloten verdediging gaan voetballen. Dan zal er geen FC-fan zijn die daar iets van zal zeggen. Zeker niet als er ook nog een resultaat mee behaald kan worden. Op langere termijn blijft het een dilemma: FC Groningen heeft spelers voor een countertaktiek, die in de Euroborg niet gepruimd wordt. Lastig.

(Elke maandag- en vrijdagmiddag om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen op dit blog)




vrijdag 23 september 2016

Waar is de droge lel naar voren van Klaas Buist gebleven?



Door Mistersnooker

Wie FC Groningen en GVAV in de vorige eeuw heeft zien voetballen, denkt soms met weemoed terug aan bijvoorbeeld de droge lel naar voren van linksback Klaas Buist. Van opkomende backs had men toen nog niet gehoord en ik heb Buist in elk geval nooit op de helft van de tegenstander gezien. Hij was een verdediger van de oude stempel. Als ‘de Neuze’ na een gewonnen duel de bal had veroverd, knalde hij het speeltuig keihard naar voren. Echt waar. Ik heb het zelf gezien.

Spelers als Buist zie je bijna niet meer in de eredivisie. Wat je tegenwoordig ook niet meer ziet, is de scheidsrechtersbal. Als de scheidsrechter het spel onderbrak voor bijvoorbeeld een blessure van een speler, dan werd de wedstrijd hervat met een scheidsrechtersbal. De arbiter liet de bal op borsthoogte los tussen de spelers, die er pas om mochten vechten nadat de bal de grond had geraakt.

Tegenwoordig is de scheidsrechtersbal niet meer wat hij geweest is. Als het spel nu wordt onderbroken voor een blessure dan onthoudt de scheidsrechter welke ploeg in balbezit was en de speler van de tegenpartij staat alleen bij de arbiter om de bal in ontvangst te nemen om hem vervolgens terug te geven aan het elftal dat in balbezit was. Daar is voor de toeschouwer geen lol meer aan.

Ook is het muziekkorps verdwenen dat de toeschouwers in de pauze vermaakte met een show op het veld. Gruno’s Postharmonie was volgens mij een regelmatige speler in de pauze. Ook kan ik me nog gymnastiekoefeningen herinneren van een turnclub uit de Stad. En ook hondentrainingen waarbij de man in het pak tot groot vermaak van de toeschouwers door de politiehonden bij de benen of armen werd gepakt.

Die leuke pauzenummers tijdens voetbalwedstrijden werden later vervangen door een competitie penalty-schieten waarin jeugdspelers van amateurclubs het tegen elkaar opnamen. Ook was er wel eens een optreden van een zanger of een bandje (Diep Triest) maar als ik eerlijk ben, vond ik de muziekkorpsen altijd het mooist. Daar kon geen politiehond, jeugdspeler of gymnast tegenop.

Wat is er nog meer verdwenen? De 3-2 uitslag bijvoorbeeld. Die was in mijn ogen de mooiste uitslag die je je kon voorstellen: veel doelpunten en tot het einde spannend. Die eindcijfers kom je tegenwoordig bijna niet meer tegen. Ook de scrimmage voor het doel is een zeldzaamheid geworden. Die doelworstelingen leverden altijd veel spanning en emotie op.

Nog een ding. Als kind kreeg ik altijd van huis een appel mee voor in de pauze. Dat was mijn traktatie op de lange staantribune waar ik hele delen van de wedstrijd miste omdat ik de kleinste was. Die appel is er ook niet meer. Een broodje hamburger of een broodje kroket heeft hem al heel lang geleden vervangen.

(Elke maandag- en vrijdagmiddag op deze blog om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen) 



maandag 19 september 2016

FC Groningen bewijst het: countervoetbal kan ook mooi zijn om te zien



Door Mistersnooker


FC Groningen legde vrijdagavond FC Utrecht op de knie met countervoetbal dat een 5-1 zege opleverde. De spelers van trainer Ernest Faber lieten zien dat deze taktiek niet alleen doeltreffend is maar dat een verdedigende speelwijze ook best leuk is om naar te kijken. De noordelijke fans in het stadion van Utrecht waren door het dolle heen.

Voor de duidelijkheid: FC Groningen speelde geen catenaccio, het door de Argentijnse coach Helenio Herrera bedachte systeem waarbij hij een extra verdediger posteerde achter de verdediging en vlak voor de eigen doelman. De Trots van het Noorden voetbalde met een compacte ploeg op de eigen helft om van daaruit de aanvallers Oussama Idrissi, Mimoun Mahi en Danny Hoesen aan het werk te zetten.

Met de juiste mannetjes op de juiste positie - en met ook nog eens de juiste taktiek - moest de eerste zege in het seizoen wel het resultaat zijn. Eindelijk viel alles als een puzzel in elkaar. Samir Memisevic en Kasper Larsen vormden een ijzersterk duo in de centrale verdediging, Bryan Linssen is een vondst als middenvelder en de beweeglijke Idrissi en de balvaardige Mahi zijn de ideale spelers voor het voetballen vanuit een gesloten verdediging.

De vraag is natuurlijk of Faber zijn spelers met dezelfde opdracht het veld moet insturen in de eigen Euroborg. Ik zeg: ja. De ploeg heeft in Utrecht bewezen dat dit systeem goed voetbal met veel doelpunten kan combineren met een solide verdediging. Het catenaccio zou in de groene kathedraal niet gepruimd worden, maar de Groningse variant hierop biedt hoop op een succesvol seizoen na een belabberde start. Het is namelijk al gebleken dat het elftal bijzonder kwetsbaar is als het ‘gewoon’ gaat meevoetballen en het veld veel langer maakt dan gewenst is.

Countervoetbal kan mooi zijn om te zien en als de spelers zich er gelukkig bij voelen dan zou het dom zijn om deze in Utrecht zo succesvolle speelwijze te gaan veranderen. FC Groningen heeft er de spelers voor en als het ook nog punten oplevert, dan is er geen fan die er kwaad over spreekt.  Dus als Faber verstandig is dan laat hij zijn ploeg zaterdagavond thuis tegen Heracles op dezelfde manier voetballen als tegen FC Utrecht. Tegen vv Capelle kan er dinsdag in de bekerwedstrijd nog even worden geoefend.

(Elke maandag- en vrijdagmiddag op deze blog om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen)      


vrijdag 16 september 2016

FC Groningen moet oppassen voor valkuilen in voetbalstatistieken




Door Mistersnooker

FC Groningen moet met zijn wetenschappelijke benadering oppassen voor een paar gevaarlijke valkuilen in de voetbalstatistieken. Ze zijn namelijk niet altijd betrouwbaar en zeggen soms iets wat niet waar is. Voorbeeld? Het percentage balbezit is niet onderverdeeld in eigen helft en helft van de tegenpartij. Johan Cruijff was de eerste die dit onderkende. Balbezit zei hem niet zoveel. Wel het balbezit op de helft van de tegenpartij.

Een ander voorbeeld. In de statistieken wordt onder meer aangegeven hoeveel passes een speler geeft en hoeveel daarvan aankomen bij een medespeler. Deze cijfers van spelers met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken is gevaarlijk, want een verdediger op eigen helft kan met veel minder risico passen dan een aanvaller op de helft van de tegenstander.

Derde voorbeeld. De Deense club FC Midtjylland trok tot voor kort alleen spelers aan op basis van hun statistieken. Vroeger had de club een scout in vaste dienst die overal ter wereld op zoek moest naar spelers. De nieuwe eigenaar Matthew Benham vond dat amateuristisch en onpraktisch. De Amerikaan was in eigen land gewend aan het belang van sportstatistieken en ontsloeg de scout en ging in zee met een groepje data-analisten in Londen.

In Londen beschikte men over een databank met alle professionele spelers ter wereld. Als Midtjylland een tweebenige centrale verdediger zocht tussen de 22 en 26 jaar die het laatste half jaar niet was geblesseerd dan kreeg de club met een druk op de knop de ideale speler voorgeschoteld. De persoonlijke statistieken werden erbij gehaald en men had een ideaal beeld van de aan te trekken speler.

Dat dacht men. Maar sinds kort zijn ook bij die club de statistieken niet meer heilig. Wat bleek? In een voetballand met een laag spelniveau haalden spelers veel betere statistieken dan in bijvoorbeeld een sterk voetballand als Duitsland of Engeland. Conclusie: de statistieken vertellen niet de absolute waarheid over de sterkte van een speler.

In de glorieperiode van Midtjylland – twee jaar geleden werd de club uit het niets landskampioen – vertelde de technisch directeur Claus Steinlein trots dat ze in het technisch beleid het verstand volgden in plaats van het hart. Inmiddels is ook hij erachter gekomen dat voetbalstatistieken geplaatst moeten worden in de juiste context om iets te weten te komen over een speler.

Persoonlijk ben ik een voorstander van de wetenschappelijke weg die FC Groningen is ingeslagen. Maar conclusies trekken uit voetbalstatistieken is een gevaarlijke aangelegenheid.


(Elke maandag- en vrijdagmiddag om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen)    




maandag 12 september 2016

FC Groningen voetbalt voorlopig in de kelder van de eredivisie



Door Mistersnooker

FC Groningen wilde zondagmiddag in de Euroborg de wedstrijd tegen Sparta gebruiken om de weg omhoog te bewandelen. De promovendus uit de Jupiler League leek een ideale tegenstander om de eerste overwinning van het seizoen te boeken en een paar plaatsjes te stijgen op de ranglijst. Het plan mislukte. Een schamel puntje (1-1) was het resultaat en de spelers werden getrakteerd op een fluitconcert.

Toegegeven, het publiek in de Euroborg is kritisch. Toch was het boegeroep terecht, want Sparta was een elftal om van te winnen. De Rotterdammers – hoe goed ze het momenteel ook doen – zijn geen hoogvliegers in de eredivisie. Dat zal de komende weken ongetwijfeld uitwijzen. En als je niet van zo’n ploeg kunt winnen, dan blijf je voorlopig harken in de buurt van de degradatiestreep.

Een remise tegen PSV is niet dezelfde als die tegen Sparta. De vraag is natuurlijk: hoe is het mogelijk dat de Trots van het Noorden na vijf wedstrijden nog steeds zonder zege is en samen met PEC Zwolle onderaan staat op de ranglijst met de meeste tegendoelpunten. Tijd voor een tussenbalans.

In de eerste plaats worstelt FC Groningen al jarenlang met de meest aanvallende positie in het elftal: de spits. Na de blamerende aankoop van Zeefuik, volgde een falende Hoesen, een onervaren Sorloth en De Weert, die dit seizoen nog niet heeft laten zien waarom hij is aangekocht. Trainer Ernest Faber koos de laatste wedstrijden voor Hoesen. Hij is een goede voetballer maar is geen killer in het vijandelijke strafschopgebied.

Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar met de vertrokken Michael de Leeuw in de aanval was het elftal in elk geval in staat om doelpunten te maken. Hij had het gif dat nodig is om het de verdedigers de stuipen op het lijf te jagen. Niet alleen het vertrek van De Leeuw maar ook de transfer van zijn boezemvriend Kieftenbeld hebben de selectie van FC Groningen kwetsbaar gemaakt.

Faber nam weliswaar het juiste besluit om Idrissi op het middenveld te posteren – voor meer weerbaarheid op het strategische deel van het veld – maar daarmee is hij er nog niet. Er wordt hard en lang getraind, maar de ploeg lijkt nog niet klaar voor het grote werk. En dat is met een moeilijke uitwedstrijd tegen FC Utrecht voor de boeg geen hoopvolle gedachte. Je hoeft dan ook geen helderziende te zijn om te voorspellen dat FC Groningen de komende maanden in de gevaarlijke zone van de ranglijst blijft voetballen.


(Elke maandag- en vrijdagmiddag om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen) 

vrijdag 9 september 2016

FC Groningen weet grasmat eindelijk op waarde te schatten



Door Mistersnooker

Deze column over FC Groningen heeft doorgaans een kritische kijk op het wel en wee rond de Trots van het Noorden. Vandaag een positieve uitzondering want de clubleiding heeft deze zomer een belangrijk en goed besluit genomen: de aanschaf van een nieuwe grasmat. Niet zomaar eentje maar een Desso GrassMaster-veld. En dat is een compliment waard.

Het veld in de Euroborg was jarenlang een van de slechtste speelvelden in de eredivisie. Misschien speelde de ondergrond een rol en ook het feit dat het weer hier in het Noorden altijd iets minder is dan in het Zuiden en het Westen. Maar de club was zelf ook medeschuldig aan het superslechte gras. Voorafgaand van een thuiswedstrijd was het de gewoonte om het eerste elftal in het stadion te laten trainen. Met alle gevolgen vandien.

Zoals gezegd wilde de clubleiding voor eens en altijd af van het slechte imago van de club met het slechtste veld van Nederland. In de eerste thuiswedstrijden tegen FC Twente en Feyenoord viel het meteen op dat het speelveld de vergelijking met een biljartlaken kon doorstaan. Niet alleen de bezoekers in het Euroborg waren er getuige van maar ook de tv-kijkers van Foxsport.

Directeur Hans Nijland moest voor het nieuwe veld diep in de buidel tasten, want de mat kostte ongeveer een half miljoen euro. Het Desso GrassMaster-veld bestaat weliswaar uit natuurgras, maar dat is versterkt met kunstvezels. Die vezels zorgen ervoor dat het veld er minder snel afgetrapt uitziet dan de reguliere grasvelden. Liverpool, Arsenal, Manchester United, Bayern Munchen en Glasgow Rangers hebben ook zo’n veld in hun stadion liggen.

En wat niet onbelangrijk is: ook op het trainingscomplex op Corpus den Hoorn liggen drie velden met dezelfde structuur als in de Euroborg. Daardoor traint het elftal op dezelfde ondergrond als die van het stadion. De noodzaak om dit seizoen in het stadion te gaan trainen, is daarmee weggenomen. Trainen in de Euroborg zou door de club trouwens streng verboden moeten worden.

Dat de metamorfose van het knollenveld in een superveld geen garantie is voor goed voetbal, hebben we dit seizoen ook kunnen zien. Maar de clubleiding heeft in elk geval gezorgd voor optimale voorwaarden. Het veld geldt momenteel als de beste ondergrond ter wereld voor het spelen van een voetbalwedstrijd.

Aan de spelers van trainer Ernest Faber om zondagmiddag tegen Sparta te laten zien dat ze de nieuwe grasmat op de juiste manier waarderen. Namelijk met een potje voetbal op niveau.

(Elke maandag- en vrijdagmiddag om precies 18 uur een opinierend verhaal over FC Groningen)    


   

maandag 5 september 2016

FC Groningen wordt door journaille met fluwelen handschoenen aangepakt




Door Mistersnooker

Af en toe wordt mij gevraagd hoe het komt dat FC Groningen vroeger door de sportredactie van het Nieuwsblad van het Noorden kritischer werd gevolgd dan tegenwoordig door het Dagblad van het Noorden. De reden is dat de huidige sportjournalisten zich minder onafhankelijk kunnen opstellen dan destijds het geval was. Ik leg het uit.

Jan Mennega van het Dagblad van het Noorden is spaarzaam met een hard oordeel over wat zich in de Euroborg afspeelt. Zowel op het veld als in de catacomben. Als enige van de sportredactie volgt hij FC Groningen en dat heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat hij zich volledig kan storten op de club. Hij bezoekt niet alleen de wedstrijden maar ook de trainingen.

Het nadeel is dat zijn mening over het voetbal in het algemeen en dat van FC Groningen in het bijzonder bij de lezers na zoveel jaren genoegzaam bekend is. Het gevolg is dat je als lezer vaak een herhaling van zetten krijgt voorgeschoteld. Maar er is nog een groter nadeel. Mennega analyseert niet alleen de wedstrijden maar van hem wordt ook de nieuwsgaring bij de profclub verwacht. En dat laatste brengt hem in een lastig parket.

Als hij zijn kritiek op bijvoorbeeld directeur Hans Nijland of trainer Ernest Faber – als er tenminste reden voor is – scherp en onverbloemd op papier zet, dan zit de kans erin dat hij niet meer welkom is voor een interview of een informatief praatje over het wel en wee van de club. Met andere woorden: met een onafhankelijk oordeel kan Mennega zijn nieuwsbronnen binnen de club wel vergeten. Dat gegeven speelt mee in het opschrijven van zijn oordeel over spelers, trainer of directeur.

Speelde dit dan niet bij het Nieuwsblad van het Noorden? Zeker wel, maar daar had de toenmalige sportredactie een trucje op bedacht. In de eerste plaats waren er meer journalisten die de wedstrijden bezochten en in de tweede plaats werd een journalist voor de nieuwsgaring aangewezen die vrijwel nooit opinierende verhalen schreef over de FC. Daardoor konden Harry Hesseling, Frits Abraham etc een onafhankelijk oordeel geven over wat ze zagen op het veld.

Wat ook nog een rol speelt, is het feit dat de hoofdredacties tegenwoordig meer beducht zijn voor het afhaken van adverteerders die niet gediend zijn van het neersabelen van de club waar zij juist in de bussinessclub vrolijk aan het netwerken zijn. De steeds grotere rol van de commercie in het betaalde voetbal heeft ook zijn invloed op de onafhankelijkheid van de journalisten.

Voor een onafhankelijk verslag van de wedstrijden die FC Groningen speelt, kan men het beste terecht bij de Groninger Gezinsbode. Daar werkt Wim Masker als voetbaljournalist die zo goed is ingevoerd bij de profclub dat hij een betrouwbaar, onafhankelijk en deskundig commentaar kan geven. De laatste jaren heeft hij zich ontpopt tot de beste voetbaljournalist van Groningen en omstreken.

(Elke maandag en vrijdagmiddag om precies 18 uur op dit blog een opinierend verhaal over FC Groningen)

    


vrijdag 2 september 2016

FC Groningen staat eindelijk open voor sportwetenschappers




Door Mistersnooker

FC Groningen slaat met het nieuwe topsportcentrum op Corpus den Hoorn onder leiding van Gerard Kemkers nieuwe wegen in. Meer gebruik makend van wetenschappelijke uitgangspunten en meer werken op basis van statistische gegevens. Eigenlijk zoals AZ het al jaren doet. Daar worden zelfs de jongste jeugdteams onderworpen aan een ontwikkelingsbegeleider.

Veel voetbalclubs staan tegenwoordig open voor moderne spelersbegeleiding. Veel meer dan een aantal jaren geleden. Het is ook verstandig om gebruik te maken van voortschrijdende inzichten in de sport. Waarom zou je dat niet doen? De reden dat nogal wat spelers en trainers een wetenschappelijke benadering met argwaan tegemoet traden, is de machocultuur in de voetbalwereld.

Met name psychologische begeleiding van spelers werd gezien als soft. En dat terwijl alle professionele sporten in de Verenigde Staten al tientallen jaren werken met sportpsychologen. Na trainen in het krachthonk – zo’n dertig jaar geleden door de voetbalwereld omarmd – lijkt het erop dat nu ook de wetenschappers toegang krijgen tot de stadions en de kleedkamers.

De begeleiding van de jeugdspelers van FC Groningen is de laatste tientallen jaren enorm verbeterd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw zag ik de FC-jeugd nog noodgedwongen ‘trainen’ op de parkeerplaats van sportpark Corpus den Hoorn omdat een fatsoenlijk speelveld niet voorhanden was. Dit tot groot ongenoegen van wijlen Martin Koeman die het tafereel hoofdschuddend bekeek. Hij uitte zijn ontevredenheid meermalen en ontpopte zich toen tot de belangrijkste grondlegger van de huidige jeugdopleiding van FC Groningen.

Tegenwoordig maken enkele clubs gebruik van een focuscoach. Het doel is om de concentratie te verhogen en zonder druk te spelen. Snookerspelers hebben de focus uitgevonden. Snooker – de sport die ik zelf ook beoefen – is de moeilijkste sport ter wereld omdat de marges minimaal zijn en optimale concentratie de sleutel is tot succes. Voetballers kunnen hiervan leren.

Op de nieuwbakken Snooker Academie Groningen leert een focuscoach topsporters en sporttalenten hoe ze zich kunnen afsluiten van de buitenwereld. Spelen-zonder-druk is een van zijn specialiteiten. Ook voetballers kunnen dat leren aan de snookertafel. Misschien iets voor de spelers/jeugdspelers van FC Groningen. De academie is gevestigd in partycentrum Tasmania aan de Timpweg. Op internet: www.snookeracademiegroningen.nl


(Elke maandag en vrijdag om precies 18 uur een opinieverhaal over FC Groningen)